Interview met landschapsfotograaf Henk-Jan Hospes

De Nederlandse landschapsfotograaf Henk-Jan Hospes ontdekte een paar jaar geleden zijn passie voor landschappen. In het bijzonder wordt hij gefascineerd door de Melkweg, mist én onweersbuien. Om de beste foto’s te kunnen maken, heeft hij zich flink moeten verdiepen in het weer. Eigenlijk, zegt Henk-Jan, is een landschapsfotograaf een halve weerman. Waarom? Dat vertelt hij ons graag.

Sinds kort is Henk-Jan ook ambassadeur van Kamera Express. Hij vertelt ons graag meer over zijn passie voor landschapsfotografie en in het bijzonder onweersbuien en andere unieke weersverschijnselen. Ook heeft hij natuurlijk een aantal handige tips voor wanneer je zelf aan de slag wil met landschapsfotografie.

Interview | Tips | Apparatuur | Foto's

“Landschapsfotografie gaat hand in hand met het weer. Eigenlijk ben ik ook een halve weerman.”

Henk-Jan vertelt dat hij zo’n drie jaar geleden een foto van de Melkweg voorbij zag komen. “Dat vond ik zo tof, dat wilde ik ook maken.” Hij kocht een camera en begon met fotograferen. Al snel kwam hij erachter dat je de Melkweg niet heel vaak kunt vastleggen. “Dus ik ging op zoek naar meer fotografieonderwerpen en kwam zo uit bij landschappen.” Hij is even stil. “Dat is volledig uit de hand gelopen, maar ik vind het heerlijk.” Wat Henk-Jan dan zo leuk vindt aan landschapsfotografie? “Ik vind vooral de vrijheid fijn. Ik ga erop uit in de natuur op tijdstippen wanneer anderen nog in bed liggen. Ik houd ervan om op pad te gaan en ik vind het leuk om te fotograferen.”

“Landschapsfotografie gaat hand in hand met het weer. Eigenlijk ben ik ook een halve weerman”, vertelt Henk-Jan. Gelukkig zijn in Nederland dan ook veel verschillende weertypes te fotograferen. “Eigenlijk vind ik alles wel tof”, zegt Henk-Jan. Van mist en zonsopkomst tot stormen en onweer. “Elk seizoen heeft wel wat.”

Maar als Henk-Jan echt moest kiezen? Dan fotografeert hij het liefst mist en onweersbuien. “Ik vind mist heel tof. Mist creëert mysterieuze plaatjes en bijzondere momenten.” Voor een mistige foto moet Henk-Jan wel vroeg uit de veren. “De mooiste fotografieomstandigheden heb je nou eenmaal bij zonsopkomst en -ondergang.” En dat terwijl hij totaal geen ochtendmens is. “Als ik een foto in de ochtend wil maken, weet ik mezelf toch vroeg uit bed te schoppen. Ik heb dan in mijn hoofd dat ik een bepaalde foto wil maken, dus dan moet ik uit bed. Als die foto dan is gelukt, geniet ik echt en vergeet ik dat ik zo vroeg op was.”

Onweer fotograferen

Aan de andere kant vindt hij het heel tof om onweersbuien te fotograferen. “Dit is natuurlijk compleet het tegenovergestelde van het vastleggen van een rustige en mistige ochtend. Ik krijg zo veel adrenaline van een dreigende en donkere lucht die op me af komt. Ik vind het natuurgeweld, de hagel, neerslag en windstoten fantastisch. Tijdens een onweersbui kan de lucht heel spectaculair zijn. Je fotografeert echt natuurgeweld, dat vind ik zo gaaf.”

Het is wel moeilijk om deze weertypes vast te leggen. “Onweersbuien zijn lastig te voorspellen. Er komen allemaal meteorologische factoren bij kijken, waardoor het moeilijk te voorspellen is waar de bui gaat vallen. Die bui wil je eigenlijk voorblijven, omdat de wolkenlijn voor zo’n onweersbui mooi is om vast te leggen. Als het al regent, ben je eigenlijk te laat.”

Hierdoor kan het wel eens voorkomen dat Henk-Jan niet thuiskomt met de foto die hij voor ogen had. Hij bereidt zich goed voor wanneer hij op gaat, maar soms gaat het mis. “Zo zou ik laatst de ondergang van de maan fotograferen, maar het was helemaal bewolkt waardoor de maan niet te zien was. Dan baal je wel. Je hebt je slaapritme in de war gegooid om een foto te maken en als dat dan niet lukt, vraag je je wel af waar je in vredesnaam mee bezig bent. Eigenlijk gebeurt dat maar een paar keer, want hoe langer je fotografeert en hoe meer je leert over het weer, des te minder vaak het mis gaat.”

Daarnaast zou hij graag nog eens lichtende nachtwolken vastleggen. “Dit zijn eigenlijk geen wolken, maar een weerkaatsing van de ondergaande zon op stofdeeltjes in de lucht op 80 kilometer hoogte”, legt Henk-Jan uit. “Op deze stofdeeltjes kan ijs ontstaan, omdat ze zo hoog in de atmosfeer zitten en deze ijsdeeltjes reflecteren. Deze weerkaatsing geeft een soort golvende bewegingen die eruit zien als wolken, maar dat is het dus niet. Dit verschijnsel zie je niet op veel plekken en is bijzonder.” Het lastige van lichtende nachtwolken is dat het lastig te voorspellen is. “Het vindt alleen plaatst rond de langste dag van het jaar en het is vrijwel niet te verwachten. Als je de activiteit in de lucht ziet, heb je ongeveer een halfuur om het vast te leggen voor het verdwenen is.” Het is Henk-Jan al eerder gelukt om lichtende nachtwolken vast te leggen. “Maar ik ben niet zo tevreden over die foto. Ik heb destijds het natuurverschijnsel wel gefotografeerd, maar het was niet een hele bijzondere foto. Het licht staat op de foto, maar dat is het ook wel. Ik wil eigenlijk een voorgrond of onderwerp op de foto, zodat het een interessanter en unieker beeld is om naar te kijken.” Dat kan zomaar even duren. “Het is goed mogelijk dat je een paar jaar moet wachten tot alle condities samenkomen. Landschapsfotografie is dan ook een wachtspelletje.”

Wil je zelf aan de slag met landschapsfotografie? Lees dan vooral eens deze tips van Henk-Jan.

 1. Ga gewoon op pad. “Je leert het meest als je gewoon gaat fotograferen. Er zullen ook ochtenden tussen zitten dat het niet meezit en niet gaat zoals je wil, maar dat hoort erbij. Ik gebruik die momenten om ervan te leren. Je leert niet fotograferen door erover te lezen, maar door de kennis toe te passen. Het is belangrijk om ervaring op te doen en gewoon op pad te gaan.”

 2. Verdiep je in het weer. “Dit is natuurlijk afhankelijk van wat je wilt fotograferen, maar als je bepaalde weersomstandigheden wil vastleggen, is het handig dat je je erin verdiept. Landschapsfotografie gaat hand in hand met het weer voorspellen.”

 3. Leer van andere fotografen. “Het is belangrijk om feedback te krijgen van andere fotografen, zodat je samen kunt sparren over foto’s en het verbeteren van je werk. Zo word je een betere fotograaf.”

 4. Maak je niet druk om gear. “Ik vind gear helemaal niet belangrijk. Toen ik begon heb ik een instapcamera gekocht en daar fotografeer ik nog steeds mee. Dure gear is zeker geen vereiste als je begint met landschapsfotografie. Het is belangrijker dat je je eigen camera leert kennen.”

 5. Zet je camera op een statief. “Bij landschapsfotografie fotografeer je vaak in donkere omstandigheden, waardoor je een langere sluitertijd gebruikt. Als je dan uit de hand fotografeert, kan een foto onscherp worden. Daarom is het aan te raden om een statief te gebruiken.”